Nehemia 7:29
De mannen van Kirjath-Jearim, Cefira en Beeroth, zevenhonderd drie en veertig;
Jozua 18:25
Gibeon, en Rama, en Beeroth,
Ezra 2:25
De kinderen van Kirjath-Arim, Cefira en Beeroth, zevenhonderd drie en veertig.
Jozua 9:17
Want toen de kinderen Israels voorttogen, zo kwamen zij ten derden dage aan hun steden; hun steden nu waren Gibeon, en Chefira, en Beeroth, en Kirjath-Jearim.
Richteren 18:12
En zij togen op, en legerden zich bij Kirjath-Jearim, in Juda; daarom noemden zij deze plaats, Machane-Dan, tot op dezen dag; ziet, het is achter Kirjath-Jearim.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd