Nehemia 7:46

De Nethinim: de kinderen van Ziha, de kinderen van Hasufa, de kinderen van Tabbaoth;

Leviticus 27:2-8

Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer iemand een gelofte zal afgezonderd hebben, naar uw schatting zullen de zielen des HEEREN zijn.

Jozua 9:23-27

Nu dan, vervloekt zijt gijlieden! en onder ulieden zullen niet afgesneden worden knechten, noch houthouwers, noch waterputters ten huize mijns Gods.

1 Kronieken 9:2

De eerste inwoners nu, die in hun bezitting, in hun steden kwamen, waren de Israelieten, de priesters, de Levieten, en de Nethinim.

Ezra 2:43

De Nethinim. De kinderen van Ziha, de kinderen van Hasufa, de kinderen van Tabbaoth;

Treasury of Scripture Knowledge did not add

Public domain