Numberi 10:28
Dit waren de tochten der kinderen Israels, naar hun heiren, als zij reisden.
Numberi 2:34
En de kinderen Israels deden naar alles, wat de HEERE Mozes geboden had, zo legerden zij zich naar hun banieren, en zo trokken zij op, een iegelijk naar zijn geslachten, naar het huis zijner vaderen.
Numberi 10:35-36
Het geschiedde nu in het optrekken van de ark, dat Mozes zeide: Sta op, HEERE! en laat Uw vijanden verstrooid worden, en Uw haters van Uw aangezicht vlieden!
Numberi 24:4-5
De hoorder der redenen Gods spreekt, die het gezicht des Almachtigen ziet; die verrukt wordt, en wien de ogen ontdekt worden!
Hooglied 6:10
Wie is zij, die er uitziet als de dageraad, schoon, gelijk de maan, zuiver als de zon, schrikkelijk als slagorden met banieren?
1 Corinthiërs 14:33
Want God is geen God van verwarring, maar van vrede, gelijk in al de Gemeenten der heiligen.
1 Corinthiërs 14:40
Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden.
Colossenzen 2:5
Want hoewel ik met het vlees van u ben, nochtans ben ik met den geest bij u, mij verblijdende en ziende uw ordening, en de vastigheid van uw geloof in Christus.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd