Numberi 13:3

Mozes dan zond hen uit de woestijn van Paran, naar den mond des HEEREN; al die mannen waren hoofden der kinderen Israels.

Numberi 12:16

Maar daarna verreisde het volk van Hazeroth, en zij legerden zich in de woestijn van Paran.

Numberi 32:8

Zo deden uw vaders, als ik hen van Kades-Barnea zond, om dit land te bezien.

Deuteronomium 1:19

Toen vertogen wij van Horeb, en doorwandelden die gans grote en vreselijke woestijn, die gij gezien hebt, op den weg van het gebergte der Amorieten, gelijk de HEERE, onze God, ons geboden had; en wij kwamen tot Kades-Barnea.

Deuteronomium 9:23

Voorts als de HEERE ulieden zond uit dat land, dat Ik u gegeven heb; zo waart gij den mond des HEEREN, uws Gods, wederspannig, en geloofdet Hem niet, en waart Zijn stem niet gehoorzaam.

Deuteronomium 1:23

Deze zaak nu was goed in mijn ogen; zo nam ik uit u twaalf mannen, van elken stam een man.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain