Numberi 22:27

Als de ezelin den Engel des HEEREN zag, zo legde zij zich neder onder Bileam; en de toorn van Bileam ontstak, en hij sloeg de ezelin met een stok.

Spreuken 14:16

De wijze vreest, en wijkt van het kwade; maar de zot is oplopende toornig, en zorgeloos.

Spreuken 27:3-4

Een steen is zwaar, en het zand gewichtig; maar de toornigheid des dwazen is zwaarder dan die beide.

Jakobus 1:19

Zo dan, mijn geliefde broeders, een iegelijk mens zij ras om te horen, traag om te spreken, traag tot toorn;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain