Numberi 27:5
En Mozes bracht haar rechtzaak voor het aangezicht des HEEREN.
Exodus 18:15-19
Toen zeide Mozes tot zijn schoonvader: Omdat dit volk tot mij komt, om God raad te vragen.
Exodus 25:22
En aldaar zal Ik bij u komen, en Ik zal met u spreken van boven het verzoendeksel af, van tussen de twee cherubim, die op de ark der getuigenis zijn zullen, alles, wat Ik u gebieden zal aan de kinderen Israels.
Leviticus 24:12-13
En zij leidden hem in de gevangenis, opdat hem, naar den mond des HEEREN, verklaring geschieden zou.
Numberi 9:8
En Mozes zeide tot hen: Blijft staande, dat ik hoor, wat de HEERE u gebieden zal.
Numberi 15:34
En zij stelden hem in bewaring; want het was niet verklaard, wat hem gedaan zou worden.
Job 23:4
Ik zou het recht voor Zijn aangezicht ordentelijk voorstellen, en mijn mond zou ik met verdedigingen vervullen.
Spreuken 3:5-6
Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd