Numberi 3:34
En hun getelden in getal van al wat mannelijk was, van een maand oud en daarboven, waren zes duizend en tweehonderd.
Numberi 1:21
Hun getelden van den stam van Ruben waren zes en veertig duizend en vijfhonderd.
Numberi 2:9
Al de getelden des legers van Juda waren honderd zes en tachtig duizend en vierhonderd, naar hun heiren. Zij zullen vooraan optrekken.
Numberi 2:11
Zijn heir nu, en zijn getelden waren zes en veertig duizend en vijfhonderd.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd