Numberi 31:53

Aangaande de krijgslieden, een iegelijk had geroofd voor zichzelven.

Deuteronomium 20:14

Behalve de vrouwen, en de kinderkens, en de beesten, en al wat in de stad zijn zal, al haar buit zult gij voor u roven; en gij zult eten den buit uwer vijanden, dien u de HEERE, uw God, gegeven heeft.

Numberi 31:32

De buit nu, het overschot van den roof, dat het krijgsvolk geroofd had, was zeshonderd vijf en zeventig duizend schapen;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain