Numberi 33:35

En zij verreisden van Abrona, en legerden zich in Ezeon-Geber.

Deuteronomium 2:8

Als wij nu doorgetrokken waren van onze broederen, de kinderen van Ezau, die in Seir woonden, van den weg des vlakken velds, van Elath, en van Ezeon-Geber, zo keerden wij ons, en doortogen den weg der woestijn van Moab.

1 Koningen 9:26

De koning Salomo maakte ook schepen te Ezeon-Geber, dat bij Eloth is, aan den oever der Schelfzee, in het land van Edom.

1 Koningen 22:48

Toen was er geen koning in Edom, maar een stadhouder des konings.

Numberi 14:25

De Amalekieten nu en de Kanaanieten wonen in het dal; wendt u morgen, en maakt uw reize naar de woestijn, op den weg naar de Schelfzee.

2 Kronieken 20:36

En hij vergezelschapte zich met hem, om schepen te maken, om naar Tharsis te gaan; en zij maakten de schepen te Ezeon-Geber.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain