Numberi 9:22
Of als de wolk twee dagen, of een maand, of vele dagen vertoog op den tabernakel, blijvende daarop, zo legerden zich de kinderen Israels, en verreisden niet; en als zij verheven werd, verreisden zij.
Exodus 40:36-37
Als nu de wolk opgeheven werd van boven den tabernakel, zo reisden de kinderen Israels voort in al hun reizen.
Exodus 39:42
Naar alles, wat de HEERE aan Mozes geboden had, alzo hadden de kinderen Israels het ganse werk gemaakt.
Exodus 40:16
Mozes nu deed het naar alles, wat hem de HEERE geboden had; alzo deed hij.
Numberi 1:54
Zo deden de kinderen Israels; naar alles, wat de HEERE Mozes geboden had, zo deden zij.
Numberi 8:20
En Mozes deed, en Aaron, en de ganse vergadering der kinderen Israels, aan de Levieten, naar alles, wat de HEERE Mozes geboden had van de Levieten, zo deden de kinderen Israels aan hen.
Numberi 9:17
Maar nadat de wolk opgeheven werd van boven de tent, zo verreisden ook daarna de kinderen Israels; en in de plaats, waar de wolk bleef, daar legerden zich de kinderen Israels.
Numberi 23:21-22
Hij schouwt niet aan de ongerechtigheid in Jakob; ook ziet Hij niet aan de boosheid in Israel. De HEERE, zijn God, is met hem, en het geklank des Konings is bij hem.
Deuteronomium 1:6-7
De HEERE, onze God, sprak tot ons aan Horeb, zeggende: Gij zijt lang genoeg bij dezen berg gebleven.
Deuteronomium 2:3-4
Gijlieden hebt dit gebergte genoeg omgetogen; keert u naar het noorden;
Psalmen 32:8
Ik zal u onderwijzen, en u leren van den weg, dien gij gaan zult; Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn.
Psalmen 48:14
[ (Psalms 48:15) Want deze God is onze God eeuwiglijk en altoos; Hij zal ons geleiden tot den dood toe. ]
Psalmen 73:24
Gij zult mij leiden door Uw raad; en daarna zult Gij mij in heerlijkheid opnemen.
Psalmen 77:20
[ (Psalms 77:21) Gij leiddet Uw volk, als een kudde door de hand van Mozes en Aaron. ]
Psalmen 107:7
En Hij leidde hen op een rechten weg, om te gaan tot een stad ter woning.
Psalmen 143:10
Leer mij Uw welbehagen doen, want Gij zijt mijn God! Uw goede Geest geleide mij in een effen land.
Spreuken 3:5-6
Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet.
Handelingen 1:4
En als Hij met hen vergaderd was, beval Hij hun, dat zij van Jeruzalem niet scheiden zouden, maar verwachten de belofte des Vaders, die gij, zeide Hij, van Mij gehoord hebt.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd