Openbaring 2:19

Ik weet uw werken, en liefde, en dienst, en geloof, en uw lijdzaamheid, en uw werken, en dat de laatste meer zijn dan de eerste.

Job 17:9

En de rechtvaardige zal zijn weg vasthouden, en die rein van handen is, zal in sterkte toenemen.

Psalmen 92:14

In den grijzen ouderdom zullen zij nog vruchten dragen; zij zullen vet en groen zijn,

Spreuken 4:18

Maar het pad der rechtvaardigen is gelijk een schijnend licht, voortgaande en lichtende tot den vollen dag toe.

Johannes 15:2

Alle rank, die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg; en al wie vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage.

1 Corinthiërs 13:1-8

Al ware het, dat ik de talen der mensen en der engelen sprak, en de liefde niet had, zo ware ik een klinkend metaal, of luidende schel geworden.

Colossenzen 3:14

En boven dit alles doet aan de liefde, dewelke is de band der volmaaktheid.

1 Thessalonicenzen 3:6

Maar als Timotheus nu van ulieden tot ons gekomen was, en ons de goede boodschap gebracht had van uw geloof en liefde, en dat gij altijd goede gedachtenis van ons hebt, zeer begerig zijnde om ons te zien, gelijk wij ook om ulieden;

2 Thessalonicenzen 1:3

Wij moeten God te allen tijd danken over u, broeders, gelijk billijk is, omdat uw geloof zeer wast, en dat de liefde eens iegelijken van u allen jegens elkander overvloedig wordt;

1 Timotheüs 1:5

Maar het einde des gebods is liefde uit een rein hart, en uit een goed geweten, en uit een ongeveinsd geloof.

1 Petrus 4:8

Maar vooral hebt vurige liefde tot elkander; want de liefde zal menigte van zonden bedekken.

2 Petrus 1:7

En bij de godzaligheid broederlijke liefde, en bij de broederlijke liefde, liefde jegens allen.

2 Petrus 3:18

Maar wast op in de genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, beide nu en in de dag der eeuwigheid. Amen.

Openbaring 2:2-4

Ik weet uw werken, en uw arbeid, en uw lijdzaamheid, en dat gij de kwaden niet kunt dragen; en dat gij beproefd hebt degenen, die uitgeven, dat zij apostelen zijn, en zij zijn het niet; en hebt ze leugenaars bevonden;

Openbaring 2:9

Ik weet uw werken, en verdrukking, en armoede (doch gij zijt rijk), en de lastering dergenen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het niet, maar zijn een synagoge des satans.

Openbaring 2:13

Ik weet uw werken, en waar gij woont; namelijk daar de troon des satans is, en gij houdt Mijn Naam, en hebt Mijn geloof niet verloochend, ook in die dagen, in welke Antipas, Mijn getrouwe getuige was, welke gedood is bij ulieden, daar de satan woont.

Treasury of Scripture Knowledge did not add