Prediker 1:4
Het ene geslacht gaat, en het andere geslacht komt; maar de aarde staat in der eeuwigheid.
Psalmen 104:5
Hij heeft de aarde gegrond op haar grondvesten; zij zal nimmermeer noch eeuwiglijk wankelen.
Genesis 5:3-31
En Adam leefde honderd en dertig jaren, en gewon een zoon naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld, en noemde zijn naam Seth.
Genesis 11:20-32
En Rehu leefde twee en dertig jaren, en hij gewon Serug.
Genesis 36:9-19
Dit nu zijn de geboorten van Ezau, de vader der Edomieten, op het gebergte van Seir.
Genesis 47:9
En Jakob zeide tot Farao: De dagen der jaren mijner vreemdelingschappen zijn honderd en dertig jaren; weinig en kwaad zijn de dagen der jaren mijns levens geweest, en hebben niet bereikt de dagen van de jaren des levens mijner vaderen, in de dagen hunner vreemdelingschappen.
Exodus 1:6-7
Toen nu Jozef gestorven was, en al zijn broeders, en al dat geslacht,
Exodus 6:16-27
De zonen van Gerson: Libni en Simei, naar hun huisgezinnen.
Psalmen 89:47-48
Gedenk van hoedanige eeuw ik ben; waarom zoudt Gij aller mensenkinderen tevergeefs geschapen hebben?
Psalmen 90:9-10
Want al onze dagen gaan henen door Uw verbolgenheid; wij brengen onze jaren door als een gedachte.
Psalmen 102:24-28
Ik zeide: Mijn God! neem mij niet weg in het midden mijner dagen; Uw jaren zijn van geslacht tot geslacht.
Psalmen 119:90-91
Uw goedertierenheid is van geslacht tot geslacht; Gij hebt de aarde vastgemaakt, en zij blijft staan;
Prediker 6:12
Want wie weet, wat goed is voor den mens in dit leven, gedurende het getal der dagen van het leven zijner ijdelheid, welke hij doorbrengt als een schaduw? Want wie kan den mens aanzeggen, wat na hem wezen zal onder de zon?
Zacharia 1:5
Uw vaderen, waar zijn die? En de profeten, zullen zij in eeuwigheid leven?
Mattheüs 24:35
De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
2 Petrus 3:10-13
Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in den nacht, in welken de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen branden zullen en vergaan, en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd