Al de beken gaan in de zee, nochtans wordt de zee niet vol; naar de plaats, waar de beken heengaan, derwaarts gaande keren zij weder.

Toen Ik voor haar met Mijn besluit de aarde doorbrak, en zette grendel en deuren;

Gij hadt ze met den afgrond als een kleed overdekt; de wateren stonden boven de bergen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Alle Vertalingen
Dutch Staten Vertaling