Prediker 10:11
Indien de slang gebeten heeft, eer der bezwering geschied is, dan is er geen nuttigheid voor den allerwelsprekendsten bezweerder.
Jeremia 8:17
Want ziet, Ik zend slangen, basilisken onder ulieden, tegen dewelke geen bezwering is; die zullen u bijten, spreekt de HEERE.
Psalmen 58:4-5
Zij hebben vurig venijn, naar gelijkheid van vurig slangenvenijn; zij zijn als een dove adder, die haar oren toestopt;
Psalmen 52:2
Uw tong denkt enkel schade als een geslepen scheermes, werkende bedrog.
Psalmen 64:3
Die hun tong scherpen als een zwaard, een bitter woord aanleggen als hun pijl;
Spreuken 18:21
Dood en leven zijn in het geweld der tong; en een ieder, die ze liefheeft, zal haar vrucht eten.
Jakobus 3:6
De tong is ook een vuur, een wereld der ongerechtigheid; alzo is de tong onder onze leden gesteld, welke het gehele lichaam besmet, en ontsteekt het rad onzer geboorte, en wordt ontstoken van de hel.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd