Prediker 5:16
Dat hij ook alle dagen in duisternis gegeten heeft; en dat hij veel verdriets gehad heeft, ook zijn krankheid, en onstuimigen toorn?
Spreuken 11:29
Wie zijn huis beroert, zal wind erven; en de dwaas zal een knecht zijn desgenen, die wijs van hart is.
Prediker 1:3
Wat voordeel heeft de mens van al zijn arbeid, dien hij arbeidt onder de zon?
1 Samuël 12:21
En wijkt niet af; want gij zoudt de ijdelheden na volgen, die niet bevorderlijk zijn, noch verlossen, want zij zijn ijdelheden.
Prediker 2:22-23
Wat heeft toch die mens van al zijn arbeid, en van de kwellingen zijns harten, dien hij is bearbeidende onder de zon?
Prediker 5:13
Of de rijkdom zelf vergaat door een moeilijke bezigheid; en hij gewint een zoon, en er is niet met al in zijn hand.
Jesaja 26:18
Wij waren bevrucht, wij hadden de smarten, maar wij hebben niet dan wind gebaard; wij deden het land geen behoudenis aan, en de inwoners der wereld vielen niet neder.
Jeremia 2:8
De priesters zeiden niet: Waar is de HEERE? en die de wet handelden, kenden Mij niet; en de herders overtraden tegen Mij; en de profeten profeteerden door Baal, en wandelden naar dingen, die geen nut doen.
Hosea 8:7
Want zij hebben wind gezaaid, en zullen een wervelwind maaien; het zal geen staande koren hebben, het uitspruitsel zal geen meel maken; of het misschien maakte, vreemden zullen het verslinden.
Markus 8:36
Want wat zou het den mens baten zo hij de gehele wereld won, en zijner ziele schade leed?
Johannes 6:27
Werkt niet om de spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen ulieden geven zal; want Dezen heeft God de Vader verzegeld.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd