Prediker 5:3
Wanneer gij een gelofte aan God zult beloofd hebben, stel niet uit dezelve te betalen; want Hij heeft geen lust aan zotten; wat gij zult beloofd hebben, betaal het.
Spreuken 10:19
In de veelheid der woorden ontbreekt de overtreding niet; maar die zijn lippen wederhoudt, is kloek verstandig.
Spreuken 15:2
De tong der wijzen maakt de wetenschap goed; maar de mond der zotten stort overvloediglijk dwaasheid uit.
Job 11:2
Zou de veelheid der woorden niet beantwoord worden, en zou een klapachtig man recht hebben?
Prediker 10:12-14
De woorden van een wijzen mond zijn aangenaam; maar de lippen van een zot verslinden hemzelve.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd