Psalmen 102:9

Want ik eet as als brood, en vermeng mijn drank met tranen.

Psalmen 42:3

Mijn tranen zijn mij tot spijs dag en nacht; omdat zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God?

Psalmen 80:5

Gij spijst hen met tranenbrood, en drenkt hen met tranen uit een drieling.

Job 3:24

Want voor mijn brood komt mijn zuchting; en mijn brullingen worden uitgestort als water.

Psalmen 69:21

Ja, zij hebben mij gal tot mijn spijs gegeven; en in mijn dorst hebben zij mij edik te drinken gegeven.

Jesaja 44:20

Hij voedt zich met as, het bedrogen hart heeft hem ter zijde afgeleid; zodat hij zijn ziel niet redden kan, noch zeggen: Is er niet een leugen in mijn rechterhand?

Klaagliederen 3:15-16

He. Hij heeft mij met bitterheden verzadigd, Hij heeft mij met alsem dronken gemaakt.

Klaagliederen 3:48-49

Pe. Met waterbeken loopt mijn oog neder, vanwege de breuk der dochter mijns volks.

Micha 1:10

Verkondigt het niet te Gath, weent zo jammerlijk niet; wentelt u in het stof in het huis van Afra.

Micha 7:17

Zij zullen het stof lekken, als de slang; als kruipende dieren der aarde, zullen zij zich beroeren uit hun sloten; zij zullen met vervaardheid komen tot den HEERE, onzen God, en zullen voor U vrezen.

Treasury of Scripture Knowledge did not add

Public domain