Psalmen 103:3
Die al uw ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest;
Exodus 15:26
En zeide: Is het, dat gij met ernst naar de stem des HEEREN uws Gods horen zult, en doen, wat recht is in Zijn ogen, en uw oren neigt tot Zijn geboden, en houdt al Zijn inzettingen; zo zal Ik geen van de krankheden op u leggen, die Ik op Egypteland gelegd heb; want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester!
Psalmen 30:2
HEERE, mijn God! ik heb tot U geroepen, en Gij hebt mij genezen.
Psalmen 130:8
En Hij zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden.
Psalmen 147:3
Hij geneest de gebrokenen van hart, en Hij verbindt hen in hun smarten.
Markus 2:5
En Jezus, hun geloof ziende, zeide tot den geraakte: Zoon, uw zonden zijn u vergeven.
Numberi 12:13
Mozes dan riep tot den HEERE, zeggende: O God! heel haar toch!
Jesaja 33:24
En geen inwoner zal zeggen: Ik ben ziek, want het volk, dat daarin woont, zal vergeving van ongerechtigheid hebben.
Jesaja 43:25
Ik, Ik ben het, Die uw overtredingen uitdelg, om Mijnentwil, en Ik gedenk uwer zonden niet.
Jeremia 17:14
Genees mij, HEERE! zo zal ik genezen worden, behoud mij, zo zal ik behouden worden; want Gij zijt mijn Lof.
Markus 2:10-11
Doch opdat gij moogt weten, dat de Zoon des mensen macht heeft, om de zonden op de aarde te vergeven (zeide Hij tot den geraakte):
Exodus 34:7
Die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, Die de ongerechtigheid, en overtreding, en zonde vergeeft; Die den schuldige geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, en aan de kindskinderen, in het derde en vierde lid.
Numberi 21:7-9
Daarom kwam het volk tot Mozes, en zij zeiden: Wij hebben gezondigd, omdat wij tegen den HEERE en tegen u gesproken hebben; bid den HEERE, dat Hij deze slangen van ons wegneme. Toen bad Mozes voor het volk.
2 Samuël 12:13
Toen zeide David tot Nathan: Ik heb gezondigd tegen den HEERE! En Nathan zeide tot David: De HEERE heeft ook uw zonde weggenomen, gij zult niet sterven.
Psalmen 32:1-5
Een onderwijzing van David. Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is.
Psalmen 38:1-7
Een psalm van David, om te doen gedenken. (1a) O HEERE! straf mij niet in Uw groten toorn, en kastijd mij niet in Uw grimmigheid.
Psalmen 41:3-4
De HEERE zal hem ondersteunen op het ziekbed; in zijn krankheid verandert Gij zijn ganse leger.
Psalmen 41:8
Een Belialsstuk kleeft hem aan; en hij, die nederligt, zal niet weder opstaan.
Psalmen 51:1-3
Een psalm van David, voor den opperzangmeester. (1a) Toen de profeet Nathan tot hem was gekomen, nadat hij tot Bathseba was ingegaan. (1b) Wees mij genadig, o God! naar Uw goedertierenheid; delg mijn overtreding uit, naar de grootheid Uwer barmhartigheden.
Psalmen 107:17-22
De zotten worden om den weg hunner overtreding, en om hun ongerechtigheden geplaagd;
Jesaja 53:5
Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden.
Mattheüs 9:2-6
En Jezus, hun geloof ziende, zeide tot den geraakte: Zoon! wees welgemoed; uw zonden zijn u vergeven.
Lukas 7:47-48
Daarom zeg Ik u: Haar zonden zijn haar vergeven, die vele waren; want zij heeft veel liefgehad; maar dien weinig vergeven wordt, die heeft weinig lief.
Efeziërs 1:7
In Welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar den rijkdom Zijner genade,
Jakobus 5:15
En het gebed des geloofs zal den zieke behouden, en de Heere zal hem oprichten, en zo hij zonden gedaan zal hebben, het zal hem vergeven worden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd