Psalmen 105:17

Hij zond een man voor hun aangezicht henen; Jozef werd verkocht tot een slaaf.

Handelingen 7:9

En de patriarchen, nijdig zijnde, verkochten Jozef, om naar Egypte gebracht te worden; en God was met hem,

Genesis 37:36

En de Midianieten verkochten hem in Egypte, aan Potifar, een hoveling van Farao, overste der trawanten.

Genesis 50:20

Gijlieden wel, gij hebt kwaad tegen mij gedacht; doch God heeft dat ten goede gedacht; opdat Hij deed, gelijk het te dezen dage is, om een groot volk in het leven te behouden.

Genesis 37:27-28

Komt, en laat ons hem aan deze Ismaelieten verkopen, en onze hand zij niet aan hem; want hij is onze broeder, ons vlees, en zijn broederen hoorden hem.

Genesis 39:1

Jozef nu werd naar Egypte afgevoerd; en Potifar, een hoveling van Farao, een overste der trawanten, een Egyptisch man, kocht hem uit de hand der Ismaelieten, die hem derwaarts afgevoerd hadden.

Genesis 45:4-5

En Jozef zeide tot zijn broederen: Nadert toch tot mij! En zij naderden. Toen zeide hij: Ik ben Jozef, uw broeder, dien gij naar Egypte verkocht hebt.

Genesis 45:7-8

Doch God heeft mij voor uw aangezicht henen gezonden, om u een overblijfsel te stellen op de aarde, en om u bij het leven te behouden, door een grote verlossing.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain