Psalmen 106:18

En een vuur brandde onder hun vergadering, een vlam stak de goddelozen aan brand.

Numberi 16:35-40

Daartoe ging een vuur uit van den HEERE, en verteerde die tweehonderd en vijftig mannen, die reukwerk offerden.

Numberi 16:46

En Mozes zeide tot Aaron: Neem het wierookvat, en doe vuur daarin van het altaar, en leg reukwerk daarop, haastelijk gaande tot de vergadering, doe over hen verzoening; want een grote toorn is van voor het aangezicht des HEEREN uitgegaan, de plaag heeft aangevangen.

Hebreeën 12:29

Want onze God is een verterend vuur.

Treasury of Scripture Knowledge did not add