Psalmen 106:29
En zij hebben den HEERE tot toorn verwekt met hun daden, zodat de plaag een inbreuk onder hen deed.
Numberi 25:9
Degenen nu, die aan de plaag stierven, waren vier en twintig duizend.
Deuteronomium 32:16-21
Zij hebben Hem tot ijver verwekt door vreemde goden; door gruwelen hebben zij Hem tot toorn verwekt.
Psalmen 99:8
O HEERE, onze God! Gij hebt hen verhoord, Gij zijt hun geweest een vergevend God, hoewel wraak doende over hun daden.
Psalmen 106:39
En zij ontreinigden zich door hun werken, en zij hebben gehoereerd door hun daden.
Prediker 7:29
Alleenlijk ziet, dit heb ik gevonden, dat God den mens recht gemaakt heeft, maar zij hebben veel vonden gezocht.
Romeinen 1:21-24
Omdat zij, God kennende, Hem als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hun overleggingen en hun onverstandig hart is verduisterd geworden;
1 Corinthiërs 10:8
En laat ons niet hoereren, gelijk sommigen van hen gehoereerd hebben, en er vielen op een dag drie en twintig duizend.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd