Psalmen 107:29

Hij doet de storm stilstaan, zodat hun golven stilzwijgen.

Psalmen 65:7

Die het bruisen der zeeen stilt, het bruisen harer golven, en het rumoer der volken.

Psalmen 89:9

Gij heerst over de opgeblazenheid der zee; wanneer haar baren zich verheffen, zo stilt Gij ze.

Mattheüs 8:26

En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij vreesachtig, gij kleingelovigen? Toen stond Hij op, en bestrafte de winden en de zee; en er werd grote stilte.

Jona 1:15

En zij namen Jona op, en wierpen hem in de zee. Toen stond de zee stil van haar verbolgenheid.

Markus 4:39-41

En Hij opgewekt zijnde, bestrafte den wind, en zeide tot de zee: Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen, en er werd grote stilte.

Lukas 8:23-25

En als zij voeren, viel Hij in slaap; en er kwam een storm van wind op het meer, en zij werden vol waters, en waren in nood.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain