Psalmen 107:34

Het vruchtbaar land tot zouten grond, om de boosheid dergenen, die daarin wonen.

Genesis 13:10

En Lot hief zijn ogen op, en hij zag de ganse vlakte der Jordaan, dat zij die geheel bevochtigde; eer de HEERE Sodom en Gomorra verdorven had, was zij als de hof des HEEREN, als Egypteland, als gij komt te Zoar.

Genesis 14:3

Deze allen voegden zich samen in het dal Siddim, dat is de Zoutzee.

Genesis 13:13

En de mannen van Sodom waren boos, en grote zondaars tegen den HEERE.

Genesis 19:24-25

Toen deed de HEERE zwavel en vuur over Sodom en Gomorra regenen, van den HEERE uit den hemel.

Deuteronomium 29:23-28

Dat zijn ganse aarde zij zwavel en zout der verbranding; die niet bezaaid zal zijn, en geen spruit zal voortgebracht hebben, noch enig kruid daarin zal opgekomen zijn; gelijk de omkering van Sodom en Gomorra, Adama en Zeboim, die de HEERE heeft omgekeerd in Zijn toorn en in Zijn grimmigheid;

Jesaja 32:13-15

Op het land mijns volks zal de doorn en de distel opgaan; ja, op alle vreugdehuizen, in de vrolijk huppelende stad.

Ezechiël 47:11

Doch haar modderige plaatsen en haar moerassen zullen niet gezond worden, zij zijn tot zout overgegeven.

Treasury of Scripture Knowledge did not add

Public domain