1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. Ik betrouw op den HEERE; hoe zegt gijlieden tot mijn ziel: Zwerft henen naar ulieder gebergte, als een vogel?

1 For the choir director. A Psalm of David.In the Lord I take refuge;How can you say to my soul, “Flee as a bird to your mountain;

2 Want ziet, de goddelozen spannen den boog, zij schikken hun pijlen op de pees, om in het donkere te schieten naar de oprechten van harte.

2 For, behold, the wicked bend the bow,They make ready their arrow upon the stringTo shoot in darkness at the upright in heart.

3 Zekerlijk, de fondamenten worden omgestoten; wat heeft de rechtvaardige bedreven?

3 If the foundations are destroyed,What can the righteous do?”

4 De HEERE is in het paleis Zijner heiligheid, des HEEREN troon is in den hemel; Zijn ogen aanschouwen, Zijn oogleden proeven de mensenkinderen.

4 The Lord is in His holy temple; the Lord’s throne is in heaven;His eyes behold, His eyelids test the sons of men.

5 De HEERE proeft den rechtvaardige; maar den goddeloze, en dien, die geweld liefheeft, haat Zijn ziel.

5 The Lord tests the righteous and the wicked,And the one who loves violence His soul hates.

6 Hij zal op de goddelozen regenen strikken, vuur en zwavel; en een geweldige stormwind zal het deel huns bekers zijn.

6 Upon the wicked He will rain snares;Fire and brimstone and burning wind will be the portion of their cup.

7 Want de HEERE is rechtvaardig, Hij heeft gerechtigheden lief; Zijn aangezicht aanschouwt den oprechte.

7 For the Lord is righteous, He loves righteousness;The upright will behold His face.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org