Psalmen 113:1
Hallelujah! Looft, gij knechten des HEEREN! looft den Naam des HEEREN.
Psalmen 33:1-2
Gij rechtvaardigen! zingt vrolijk in den HEERE; lof betaamt den oprechten.
Psalmen 34:22
[ (Psalms 34:23) De HEERE verlost de ziel Zijner knechten; en allen, die op Hem betrouwen, zullen niet schuldig verklaard worden. ]
Psalmen 69:36
[ (Psalms 69:37) En het zaad Zijner knechten zal haar beerven; en de liefhebbers Zijns Naams zullen daarin wonen. ]
Psalmen 103:20-21
Looft den HEERE, Zijn engelen! gij krachtige helden, die Zijn woord doet, gehoorzamende de stem Zijns woords.
Psalmen 112:1
Hallelujah! Aleph. Welgelukzalig is de man, die den HEERE vreest; Beth. die groten lust heeft in Zijn geboden.
Psalmen 134:1
Een lied Hammaaloth. Ziet, looft den HEERE, alle gij knechten des HEEREN! gij, die allen nacht in het huis des HEEREN staat.
Psalmen 135:1-3
Hallelujah! Prijst den Naam des HEEREN, prijst Hem, gij knechten des HEEREN!
Psalmen 135:20
Gij huis van Levi! looft den HEERE; gij die den HEERE vreest! looft den HEERE.
Psalmen 145:10
Jod. Al Uw werken, HEERE, zullen U loven, en Uw gunstgenoten zullen U zegenen.
Efeziërs 5:19-20
Sprekende onder elkander met psalmen, en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende en psalmende den Heere in uw hart;
Openbaring 19:5
En een stem kwam uit den troon, zeggende: Looft onzen God, gij al Zijn dienstknechten, en gij, die Hem vreest, beiden klein en groot!
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd