Psalmen 114:7

Beef, gij aarde! voor het aangezicht des Heeren, voor het aangezicht van den God Jakobs;

Psalmen 96:9

Aanbidt den HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms; schrikt voor Zijn aangezicht, gij ganse aarde.

Jesaja 64:1-3

Och, dat Gij de hemelen scheurdet, dat Gij nederkwaamt, dat de bergen van Uw aangezicht vervloten;

Job 9:6

Die de aarde beweegt uit haar plaats, dat haar pilaren schudden;

Job 26:11

De pilaren des hemels sidderen, en ontzetten zich voor Zijn schelden.

Psalmen 77:18

Het geluid Uws donders was in het ronde; de bliksemen verlichtten de wereld; de aarde werd beroerd en daverde.

Psalmen 97:4-5

Zijn bliksemen verlichten de wereld; het aardrijk ziet ze en het beeft.

Psalmen 104:32

Als Hij de aarde aanschouwt, zo beeft zij; als Hij de bergen aanroert, zo roken zij.

Jeremia 5:22

Zult gijlieden Mij niet vrezen? spreekt de HEERE; zult gij voor Mijn aangezicht niet beven? Die der zee het zand tot een paal gesteld heb, met een eeuwige inzetting, dat zij daarover niet zal gaan; ofschoon haar golven zich bewegen, zo zullen zij toch niet vermogen, ofschoon zij bruisen, zo zullen zij toch daarover niet gaan.

Micha 6:1-2

Hoort nu, wat de HEERE zegt: Maak u op, twist met de bergen, en laat de heuvelen uw stem horen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain