Psalmen 115:8
Dat die hen maken hun gelijk worden, en al wie op hen vertrouwt.
Psalmen 135:18
Dat die ze maken, hun gelijk worden, en al wie op hen vertrouwt.
Jesaja 44:9-20
De formeerders van gesneden beelden zijn al te zamen ijdelheid, en hun gewenste dingen doen geen nut; ja, zij zelven zijn hun getuigen; zij zien niet, en zij weten niet, daarom zullen zij beschaamd worden.
Jeremia 10:8
In een ding zijn zij toch onvernuftig en zot: een hout is een onderwijs der ijdelheden.
Jona 2:8
Die de valse ijdelheden onderhouden, verlaten hunlieder weldadigheid.
Habakuk 2:18-19
Wat zal het gesneden beeld baten, dat zijn formeerder het gesneden heeft? of het gegoten beeld, hetwelk een leugenleraar is, dat de formeerder op zijn formeersel vertrouwt, als hij stomme afgoden gemaakt heeft?
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd