Psalmen 118:19
Doet mij de poorten der gerechtigheid open, ik zal daardoor ingaan, ik zal den HEERE loven.
Jesaja 26:2
Doet de poorten open, dat het rechtvaardige volk daarin ga, hetwelk de getrouwigheden bewaart.
Openbaring 22:14
Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad.
Psalmen 9:13-14
Wees mij genadig, HEERE, zie mijn ellende aan, van mijn haters mij aangedaan, Gij, Die mij verhoogt uit de poorten des doods;
Psalmen 66:13-15
Ik zal met brandofferen in Uw huis gaan; ik zal U mijn geloften betalen,
Psalmen 95:2
Laat ons Zijn aangezicht tegemoet gaan met lof; laat ons Hem juichen met psalmen.
Psalmen 100:4
Gaat in tot Zijn poorten met lof, in Zijn voorhoven met lofgezang; looft Hem, prijst Zijn Naam.
Psalmen 116:18-19
Mijn geloften zal ik den HEERE betalen, nu, in de tegenwoordigheid van al Zijn volk.
Jesaja 38:20
De HEERE was gereed om mij te verlossen; daarom zullen wij op mijn snarenspel spelen; al de dagen onzes levens, in het huis des HEEREN.
Jesaja 38:22
En Hizkia had gezegd: Welk zal het teken zijn, dat ik ten huize des HEEREN zal opgaan?
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd