Psalmen 118:2

Dat Israel nu zegge, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is.

Psalmen 115:9-11

Israel! vertrouw gij op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild.

Psalmen 135:19-20

Gij huis Israels! looft den HEERE; gij huis Aarons! looft den HEERE.

Psalmen 145:10

Jod. Al Uw werken, HEERE, zullen U loven, en Uw gunstgenoten zullen U zegenen.

Psalmen 147:19-20

Hij maakt Jakob Zijn woorden bekend, Israel Zijn inzettingen en Zijn rechten.

Galaten 6:16

En zovelen als er naar dezen regel zullen wandelen, over dezelve zal zijn vrede en barmhartigheid, en over het Israel Gods.

Hebreeën 13:15

Laat ons dan door Hem altijd Gode opofferen een offerande des lofs, dat is, de vrucht der lippen, die Zijn Naam belijden.

1 Petrus 2:9-10

Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk; opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen, Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain