Psalmen 119:112
Ik heb mijn hart geneigd, om Uw inzettingen eeuwiglijk te doen, ten einde toe.
Psalmen 119:33
He. HEERE! leer mij den weg Uwer inzettingen, en ik zal hem houden ten einde toe.
Psalmen 119:36
Neig mijn hart tot Uw getuigenissen, en niet tot gierigheid.
Jozua 24:23
En nu, doet de vreemde goden weg, die in het midden van u zijn, en neigt uw harten tot den HEERE, den God van Israel.
1 Koningen 8:58
Neigende tot Zich ons hart, om in al Zijn wegen te wandelen, en om te houden Zijn geboden, en Zijn inzettingen, en Zijn rechten, dewelke Hij onzen vaderen geboden heeft.
2 Kronieken 19:3
Evenwel goede dingen zijn bij u gevonden; want gij hebt de bossen uit het land weggedaan, en uw hart gericht om God te zoeken.
Psalmen 119:44
Zo zal ik Uw wet steeds onderhouden, eeuwiglijk en altoos.
Psalmen 141:4
Neig mijn hart niet tot een kwade zaak, om enigen handel in goddeloosheid te handelen, met mannen, die ongerechtigheid werken; en dat ik niet ete van hun lekkernijen.
Filippenzen 2:13
Want het is God, Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen.
1 Petrus 1:13
Daarom opschortende de lenden uws verstands, en nuchteren zijnde, hoopt volkomenlijk op de genade, die u toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus.
Openbaring 2:10
Vrees geen der dingen, die gij lijden zult. Ziet, de duivel zal enigen van ulieden in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt; en gij zult een verdrukking hebben van tien dagen. Zijt getrouw tot den dood, en Ik zal u geven de kroon des levens.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd