Psalmen 119:13

Ik heb met mijn lippen verteld al de rechten Uws monds.

Mijn mond zal Uw gerechtigheid vertellen, den gansen dag Uw heil; hoewel ik de getallen niet weet.

Lamed. Komt, gij, kinderen! hoort naar mij! ik zal u des HEEREN vreze leren.

Pe. De mond des rechtvaardigen vermeldt wijsheid, en zijn tong spreekt het recht.

Ik boodschap de gerechtigheid in de grote gemeente; zie, mijn lippen bedwing ik niet; HEERE! Gij weet het.

Ik zal niet sterven, maar leven; en ik zal de werken des HEEREN vertellen.

Ook zal ik voor koningen spreken van Uw getuigenissen, en mij niet schamen.

Mijn tong zal spraak houden van Uw rede, want al Uw geboden zijn rechtvaardigheid.

Hetgeen Ik u zeg in de duisternis, zegt het in het licht; en hetgeen gij hoort in het oor, predikt dat op de daken.

Gij adderengebroedsels! hoe kunt gij goede dingen spreken, daar gij boos zijt? want uit den overvloed des harten spreekt de mond.

Want wij kunnen niet laten te spreken, hetgeen wij gezien en gehoord hebben.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd