Psalmen 119:155
Het heil is verre van de goddelozen, want zij zoeken Uw inzettingen niet.
Job 5:4
Verre waren zijn zonen van heil; en zij werden verbrijzeld in de poort, en er was geen verlosser.
Job 21:14-15
Nochtans zeggen zij tot God: Wijk van ons, want aan de kennis Uwer wegen hebben wij geen lust.
Psalmen 10:4
De goddeloze, gelijk hij zijn neus omhoog steekt, onderzoekt niet; al zijn gedachten zijn, dat er geen God is.
Psalmen 18:27
Want Gij verlost het bedrukte volk, maar de hoge ogen vernedert Gij.
Spreuken 1:7
De vrees des HEEREN is het beginsel der wetenschap; de dwazen verachten wijsheid en tucht.
Jesaja 46:12
Hoort naar Mij, gij stijven van harte, gij, die verre van de gerechtigheid zijt!
Jesaja 57:19
Ik schep de vrucht der lippen, vrede, vrede dengenen, die verre zijn, en dengenen, die nabij zijn, zegt de HEERE, en Ik zal hen genezen.
Lukas 16:24
En hij riep en zeide: Vader Abraham, ontferm u mijner, en zend Lazarus, dat hij het uiterste zijns vingers in het water dope, en verkoele mijn tong; want ik lijd smarten in deze vlam.
Romeinen 3:11
Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt.
Efeziërs 2:17-18
En komende, heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd u, die verre waart, en dien, die nabij waren.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd