Psalmen 119:32

Ik zal den weg Uwer geboden lopen, als Gij mijn hart verwijd zult hebben.

1 Koningen 4:29

En God gaf Salomo wijsheid en zeer veel verstand, en een wijd begrip des harten, gelijk zand, dat aan den oever der zee is.

Jesaja 60:5

Dan zult gij het zien en samenvloeien, en uw hart zal vervaard zijn en verwijd worden; want de menigte de zee zal tot u gekeerd worden, het heir der heidenen zal tot u komen.

Johannes 8:32

En zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.

Johannes 8:36

Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn.

1 Corinthiërs 9:24-26

Weet gijlieden niet, dat die in de loopbaan lopen, allen wel lopen, maar dat een den prijs ontvangt? Loopt alzo, dat gij dien moogt verkrijgen.

2 Corinthiër 3:17

De Heere nu is de Geest; en waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid.

2 Corinthiër 6:11

Onze mond is opengedaan tegen u, o Korinthiers, ons hart is uitgebreid.

Job 36:15-16

Hij zal den ellendige in zijn ellende vrijmaken, en in de onderdrukking zal Hij het voor hunlieder oor openbaren.

Psalmen 18:36

Gij hebt mijn voetstap ruim gemaakt onder mij, en mijn enkelen hebben niet gewankeld.

Psalmen 119:45

En ik zal wandelen in de ruimte, omdat ik Uw bevelen gezocht heb.

Hooglied 1:4

Trek mij, wij zullen U nalopen! De Koning heeft mij gebracht in Zijn binnenkameren; wij zullen ons verheugen en in U verblijden; wij zullen Uw uitnemende liefde vermelden, meer dan den wijn; de oprechten hebben U lief.

Jesaja 40:31

Maar dien den HEERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen, gelijk de arenden; zij zullen lopen, en niet moede worden; zij zullen wandelen, en niet mat worden.

Jesaja 61:1

De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis;

Lukas 1:74-75

Dat wij, verlost zijnde uit de hand onzer vijanden, Hem dienen zouden zonder vreze.

Hebreeën 12:1

Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen allen last, en de zonde, die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is;

1 Petrus 2:16

Als vrijen, en niet de vrijheid hebbende als een deksel der boosheid, maar als dienstknechten van God.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain