Psalmen 125:3
Want de scepter der goddeloosheid zal niet rusten op het lot der rechtvaardigen; opdat de rechtvaardigen hun handen niet uitstrekken tot onrecht.
Spreuken 22:8
Die onrecht zaait, zal moeite maaien; en de roede zijner verbolgenheid zal een einde nemen.
1 Samuël 24:10
Zie, te dezen dage hebben uw ogen gezien, dat de HEERE u heden in mijn hand gegeven heeft in deze spelonk, en men zeide, dat ik u doden zou; doch mijn hand verschoonde u, want ik zeide: Ik zal mijn hand niet uitsteken tegen mijn heer, want hij is de gezalfde des HEEREN.
Psalmen 55:20
Hij slaat zijn handen aan degenen, die vrede met Hem hadden; hij ontheiligt Zijn verbond.
Psalmen 89:22
De vijand zal hem niet dringen, en de zoon der ongerechtigheid zal hem niet onderdrukken.
Psalmen 103:9
Hij zal niet altoos twisten, noch eeuwiglijk den toorn behouden.
Psalmen 103:14
Want Hij weet, wat maaksel wij zijn, gedachtig zijnde, dat wij stof zijn.
Jesaja 10:5
Wee den Assyrier, die de roede Mijns toorns is, en Mijn grimmigheid is een stok in hun hand!
Jesaja 14:5-6
De HEERE heeft den stok der goddelozen gebroken, den scepter der heersers.
Jesaja 27:8
Met mate hebt Gij met hem getwist, wanneer Gij hem wegstiet; als Hij hem wegnam door Zijn harden wind, in den dag des oostenwinds.
1 Corinthiërs 10:13
Ulieden heeft geen verzoeking bevangen dan menselijke; doch God is getrouw, Die u niet zal laten verzocht worden boven hetgeen gij vermoogt; maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven, opdat gij ze kunt verdragen.
Openbaring 2:10
Vrees geen der dingen, die gij lijden zult. Ziet, de duivel zal enigen van ulieden in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt; en gij zult een verdrukking hebben van tien dagen. Zijt getrouw tot den dood, en Ik zal u geven de kroon des levens.
Treasury of Scripture Knowledge did not add