Psalmen 129:3
Ploegers hebben op mijn rug geploegd; zij hebben hun voren lang getogen.
Jesaja 51:23
Maar Ik zal hem dien, die u bedroefd hebben, in de hand zetten, die tot uw ziel zeiden: Buig u neder, dat wij over u gaan; en gij legdet uw rug neder als aarde, en als een straat dergenen, die daarover gaan.
Psalmen 141:7
Onze beenderen zijn verstrooid aan den mond des grafs, gelijk of iemand op de aarde iets gekloofd en verdeeld had.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd