Psalmen 130:6

Mijn ziel wacht op den HEERE, meer dan de wachters op den morgen; de wachters op den morgen.

Psalmen 63:6

Als ik Uwer gedenk op mijn legerstede, zo peins ik aan U in de nachtwaken.

Psalmen 119:147

Ik ben de morgen schemering voorgekomen, en heb geschrei gemaakt; op Uw woord heb ik gehoopt.

Psalmen 134:1

Een lied Hammaaloth. Ziet, looft den HEERE, alle gij knechten des HEEREN! gij, die allen nacht in het huis des HEEREN staat.

Jesaja 21:8

En hij riep: Een leeuw, Heere! ik sta op den wachttoren geduriglijk bij dag, en op mijn hoede zet ik mij ganse nachten.

Handelingen 27:29

En vrezende, dat zij ergens op harde plaatsen vervallen mochten, wierpen zij vier ankers van het achterschip uit, en wensten, dat het dag werd.

Treasury of Scripture Knowledge did not add

Public domain