Psalmen 135:10
Die veel volken sloeg, en machtige koningen doodde;
Psalmen 136:17-22
Die grote koningen geslagen heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Numberi 21:24
Maar Israel sloeg hem met de scherpte des zwaards, en nam zijn land in erfelijke bezitting, van de Arnon af tot de Jabbok toe, tot aan de kinderen Ammons; want de landpale der kinderen Ammons was vast.
Psalmen 44:2-3
Gij hebt de heidenen met Uw hand uit de bezitting verdreven, maar henlieden geplant; Gij hebt de volken geplaagd, henlieden daarentegen doen voortschieten.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd