Psalmen 136:19
Sihon, de Amorietischen koning; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Numberi 21:21-24
Toen zond Israel boden tot Sihon, den koning der Amorieten, zeggende:
Deuteronomium 2:30-36
Maar Sihon, de koning van Hesbon, wilde ons door hetzelve niet laten doortrekken; want de HEERE,, uw God, verhardde zijn geest, en verstokte zijn hart, opdat Hij hem in uw hand gave, gelijk het is te dezen dage.
Deuteronomium 29:7
Toen gij nu kwaamt aan deze plaats, toog Sihon, de koning van Hesbon, uit, en Og, de koning van Bazan, ons tegemoet, ten strijde; en wij sloegen hen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd