Psalmen 137:2
Wij hebben onze harpen gehangen aan de wilgen, die daarin zijn.
Jesaja 24:8
De vreugde der trommelen rust; het geluid der vrolijk huppelenden houdt op, de vreugde der harp rust.
Ezechiël 26:13
Zo zal Ik het gedeun uwer liederen doen ophouden, en het geklank uwer harpen zal niet meer gehoord worden.
Psalmen 33:2
Looft den HEERE met de harp; psalmzingt Hem met de luit, en het tiensnarig instrument.
Psalmen 81:2
Heft een psalm op, en geeft de trommel; de liefelijke harp met de luit.
Amos 8:10
En Ik zal uw feesten in rouw, en al uw liederen in weeklage veranderen, en op alle lenden een zak, en op alle hoofd kaalheid brengen; en Ik zal het land stellen in rouw, als er is over een enigen zoon, en deszelfs einde als een bitteren dag.
Openbaring 18:22
En de stem der citerspelers, en der zangers, en der fluiters, en der bazuiners, zal niet meer in u gehoord worden; en geen kunstenaar van enige kunst zal meer in u gevonden worden; en geen geluid des molens zal in u meer gehoord worden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd