Psalmen 144:1

Een psalm van David. Gezegend zij de HEERE, mijn Rotssteen, Die mijn handen onderwijst ten strijde, mijn vingeren ten oorlog;

Psalmen 18:34

Hij leert mijn handen ten strijde, zodat een stalen boog met mijn armen verbroken is.

Psalmen 18:2

De HEERE is mijn Steenrots, en mijn Burg, en mijn Uithelper; mijn God, mijn Rots, op Welken ik betrouw; mijn Schild, en de Hoorn mijns heils, mijn Hoog Vertrek.

2 Samuël 22:35

Hij leert mijn handen ten strijde, zodat een stalen boog met mijn armen verbroken is.

Psalmen 18:31

Want wie is God, behalve de HEERE? En wie is een Rotssteen, dan alleen onze God?

2 Corinthiër 10:4

Want de wapenen van onzen krijg zijn niet vleselijk, maar krachtig door God, tot nederwerping der sterkten;

Efeziërs 6:10-11

Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner macht.

Deuteronomium 32:30-31

Hoe zoude een enige duizend jagen, en twee tien duizend doen vluchten, ten ware, dat hunlieder Rotssteen hen verkocht, en de HEERE hen overgeleverd had?

Psalmen 44:3-4

Want zij hebben het land niet geerfd door hun zwaard, en hun arm heeft hun geen heil gegeven; maar Uw rechterhand, en Uw arm, en het licht Uws aangezichts, omdat Gij een welbehagen in hen hadt.

Psalmen 60:12

[ (Psalms 60:14) In God zullen wij kloeke daden doen, en Hij zal onze wederpartijders vertreden. ]

Psalmen 71:3

Wees mij tot een Rotssteen, om daarin te wonen, om geduriglijk daarin te gaan; Gij hebt bevel gegeven, om mij te verlossen, want Gij zijt mijn Steenrots en mijn Burg.

Psalmen 95:1

Komt, laat ons den HEERE vrolijk zingen; laat ons juichen den Rotssteen onzes heils.

Jesaja 26:4

Vertrouwt op den HEERE tot in der eeuwigheid; want in den Heere HEERE is een eeuwige rotssteen.

Jesaja 45:24

Men zal van Mij zeggen: Gewisselijk, in den HEERE zijn gerechtigheden en sterkte; tot Hem zal men komen; maar zij zullen beschaamd worden allen, die tegen Hem ontstoken zijn.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain