Psalmen 144:7

Steek Uw handen van de hoogte uit; ontzet mij, en ruk mij uit de grote wateren, uit de hand der vreemden;

Psalmen 18:16

Hij zond van de hoogte, Hij nam mij, Hij trok mij op uit grote wateren.

Psalmen 18:44

Zo haast als hun oor van mij hoorde, hebben zij mij gehoorzaamd; vreemden hebben zich mij geveinsdelijk onderworpen.

Psalmen 54:3

Want vreemden staan tegen mij op, en tirannen zoeken mijn ziel; zij stellen God niet voor hun ogen. Sela.

Psalmen 69:1-2

Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Schoschannim. (1a) Verlos mij, o God! want de wateren zijn gekomen tot aan de ziel.

2 Samuël 22:17

Hij zond van de hoogte, Hij nam mij, Hij trok mij op uit grote wateren.

Nehemia 9:2

En het zaad Israels scheidde zich af van alle vreemden. En zij stonden, en deden belijdenis van hun zonden en hunner vaderen ongerechtigheden.

Psalmen 69:14-15

Ruk mij uit het slijk, en laat mij niet verzinken; laat mij gered worden van mijn haters, en uit de diepten der wateren.

Psalmen 93:3-4

De rivieren verheffen, o HEERE! de rivieren verheffen haar bruisen; de rivieren verheffen haar aanstoting.

Psalmen 144:11

Ontzet mij en red mij van de hand der vreemden, welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid;

Maleachi 2:11

Juda handelt trouwelooslijk, en er wordt een gruwel gedaan in Israel, en in Jeruzalem; want Juda ontheiligt de heiligheid des HEEREN, welke Hij liefheeft; want hij heeft de dochters eens vreemden gods getrouwd.

Mattheüs 27:43

Hij heeft op God betrouwd; dat Hij Hem nu verlosse, indien Hij Hem wel wil; want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon.

Openbaring 12:15-16

En de slang wierp uit haar mond achter de vrouw water als een rivier, opdat hij haar door de rivier zou doen wegvoeren.

Openbaring 17:15

En hij zeide tot mij: De wateren, die gij gezien hebt, waar de hoer zit, zijn volken, en scharen, en natien, en tongen.

Treasury of Scripture Knowledge did not add