Psalmen 145:16

Pe. Gij doet Uw hand open, en verzadigt al wat er leeft, naar Uw welbehagen.

Psalmen 104:28

Geeft Gij ze hun, zij vergaderen ze; doet Gij Uw hand open, zij worden met goed verzadigd.

Job 38:27

Om het woeste en het verwoeste te verzadigen, en om het uitspruitsel der grasscheutjes te doen wassen.

Psalmen 107:9

Want Hij heeft de dorstige ziel verzadigd, en de hongerige ziel met goed vervuld;

Psalmen 132:15

Ik zal haar kost rijkelijk zegenen, haar nooddruftigen zal Ik met brood verzadigen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain