Psalmen 145:5
He. Ik zal uitspreken de heerlijkheid der eer Uwer majesteit, en Uw wonderlijke daden.
Psalmen 40:9-10
Ik boodschap de gerechtigheid in de grote gemeente; zie, mijn lippen bedwing ik niet; HEERE! Gij weet het.
Psalmen 66:3-4
Zegt tot God: Hoe vreselijk zijt Gij in Uw werken! Om de grootheid Uwer sterkte zullen zich Uw vijanden geveinsdelijk aan U onderwerpen.
Psalmen 71:17-19
O God! Gij hebt mij geleerd van mijn jeugd aan, en tot nog toe verkondig ik Uw wonderen.
Psalmen 71:24
Ook zal mijn tong Uw gerechtigheid den gansen dag uitspreken, want zij zijn beschaamd, want zij zijn schaamrood geworden, die mijn kwaad zoeken.
Psalmen 72:18
Geloofd zij de HEERE God, de God Israels, Die alleen wonderen doet.
Psalmen 96:3
Vertelt onder de heidenen Zijn eer, onder alle volken Zijn wonderen.
Psalmen 104:1-2
Loof den HEERE, mijn ziel! O HEERE, mijn God! Gij zijt zeer groot, Gij zijt bekleed met majesteit en heerlijkheid.
Psalmen 105:2
Zingt Hem, psalmzingt Hem, spreekt aandachtelijk van al Zijn wonderen.
Psalmen 119:27
Geef mij den weg Uwer bevelen te verstaan, opdat ik Uw wonderen betrachte.
Jesaja 12:4
En zult te dienzelfden dage zeggen: Dankt den HEERE, roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend onder de volken! vermeldt, dat Zijn Naam verhoogd is.
Daniël 4:1-3
De koning Nebukadnezar aan alle volken, natien en tongen, die op den gansen aardbodem wonen: uw vrede worde vermenigvuldigd!
Daniël 4:37
Nu prijs ik, Nebukadnezar, en verhoog, en verheerlijk den Koning des hemels, omdat al Zijn werken waarheid, en Zijn paden gerichten zijn; en Hij is machtig te vernederen degenen, die in hoogmoed wandelen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd