Psalmen 147:7
Zingt den HEERE bij beurte met dankzegging; psalmzingt onzen God op de harp.
Psalmen 95:1-2
Komt, laat ons den HEERE vrolijk zingen; laat ons juichen den Rotssteen onzes heils.
Exodus 15:20-21
En Mirjam, de profetes, Aarons zuster, nam een trommel in haar hand; en al de vrouwen gingen uit, haar na, met trommelen en met reien.
Psalmen 47:6-7
Psalmzingt Gode, psalmzingt! Psalmzingt onzen Koning, psalmzingt!
Psalmen 68:32
Gij koninkrijken der aarde, zingt Gode; psalmzingt den Heere! Sela.
Psalmen 92:1-3
Een psalm, een lied, op den sabbatdag. (1a) Het is goed, dat men den HEERE love, en Uw Naam psalmzinge, o Allerhoogste!
Psalmen 107:21-22
Laat hen voor den HEERE Zijn goedertierenheid loven, en Zijn wonderwerken voor de kinderen der mensen.
Openbaring 5:8-10
En als Het dat boek genomen had, vielen de vier dieren en de vier en twintig ouderlingen voor het Lam neder, hebbende elk citeren en gouden fiolen, zijnde vol reukwerks, welke zijn de gebeden der heiligen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd