1 Hallelujah! Zingt den HEERE een nieuw lied; Zijn lof zij in de gemeente Zijner gunstgenoten.
1 Praise the Lord!Sing to the Lord a new song,And His praise in the congregation of the godly ones.
2 Dat Israel zich verblijde in Dengene, Die hem gemaakt heeft; dat de kinderen Sions zich verheugen over hun Koning.
2 Let Israel be glad in his Maker;Let the sons of Zion rejoice in their King.
3 Dat zij Zijn Naam loven op de fluit; dat zij Hem psalmzingen op de trommel en harp.
3 Let them praise His name with dancing;Let them sing praises to Him with timbrel and lyre.
4 Want de HEERE heeft een welgevallen aan Zijn volk; Hij zal de zachtmoedigen versieren met heil.
4 For the Lord takes pleasure in His people;He will beautify the afflicted ones with salvation.
5 Dat Zijn gunstgenoten van vreugde opspringen, om die eer; dat zij juichen op hun legers.
5 Let the godly ones exult in glory;Let them sing for joy on their beds.
6 De verheffingen Gods zullen in hun keel zijn; en een tweesnijdend zwaard in hun hand;
6 Let the high praises of God be in their mouth,And a two-edged sword in their hand,
7 Om wraak te doen over de heidenen, en bestraffingen over de volken;
7 To execute vengeance on the nationsAnd punishment on the peoples,
8 Om hun koningen te binden met ketenen, en hun achtbaren met ijzeren boeien;
8 To bind their kings with chainsAnd their nobles with fetters of iron,
9 Om het beschreven recht over hen te doen. Dit zal de heerlijkheid van al Zijn gunstgenoten zijn. Hallelujah!
9 To execute on them the judgment written;This is an honor for all His godly ones.Praise the Lord!
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org