Psalmen 17:12
Hij is gelijk als een leeuw, die begeert te roven, en als een jonge leeuw, zittende in verborgen plaatsen.
Psalmen 7:2
Opdat hij mijn ziel niet rove als een leeuw, verscheurende, terwijl er geen verlosser is.
Psalmen 10:9
Hij legt lagen in een verborgen plaats, gelijk een leeuw in zijn hol; hij legt lagen, om den ellendige te roven; hij rooft den ellendige, als hij hem trekt in zijn net.
Psalmen 22:13
Zij hebben hun mond tegen mij opgesperd, als een verscheurende en brullende leeuw.
2 Timotheüs 4:17
Maar de Heere heeft mij bijgestaan, en heeft mij bekrachtigd; opdat men door mij ten volle zou verzekerd zijn van de prediking, en alle heidenen dezelve zouden horen. En ik ben uit de muil des leeuws verlost.
1 Petrus 5:8
Zijt nuchteren, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd