Psalmen 18:17

Hij verloste mij van mijn sterken vijand, en van mijn haters, omdat zij machtiger waren dan ik.

Psalmen 35:10

Al mijn beenderen zullen zeggen: HEERE, wie is U gelijk! U, Die den ellendige redt van dien, die sterker is dan hij, en den ellendige en nooddruftige van zijn berover.

2 Samuël 22:1

En David sprak de woorden dezes lieds tot den HEERE, ten dage als de HEERE hem verlost had uit de hand van al zijn vijanden, en uit de hand van Saul.

2 Samuël 22:18

Hij verloste mij van mijn sterken vijand, van mijn haters, omdat zij machtiger waren dan ik.

Job 16:9

Zijn toorn verscheurt, en Hij haat mij; Hij knerst over mij met Zijn tanden; mijn wederpartijder scherpt zijn ogen tegen mij.

Psalmen 9:13

Wees mij genadig, HEERE, zie mijn ellende aan, van mijn haters mij aangedaan, Gij, Die mij verhoogt uit de poorten des doods;

Psalmen 18:40-41

En Gij gaaft mij den nek mijner vijanden, en mijn haters, die vernielde ik.

Psalmen 25:19

Resch. Aanzie mijn vijanden, want zij vermenigvuldigen, en zij haten mij met een wreveligen haat.

Psalmen 38:19

Maar mijn vijanden zijn levende, worden machtig; en die mij om valse oorzaken haten, worden groot.

Psalmen 69:4-14

Die mij zonder oorzaak haten, zijn meer dan de haren mijns hoofds; die mij zoeken te vernielen, die mij om valse oorzaken vijand zijn, zijn machtig geworden; wat ik niet geroofd heb, moet ik alsdan wedergeven.

Psalmen 118:7

De HEERE is bij mij onder degenen, die mij helpen; daarom zal ik mijn lust zien aan degenen, die mij haten.

Psalmen 142:6

Let op mijn geschrei, want ik ben zeer uitgeteerd; red mij van mijn vervolgers, want zij zijn machtiger dan ik.

Lukas 19:14

En zijn burgers haatten hem, en zonden hem gezanten na, zeggende: Wij willen niet, dat deze over ons koning zij.

Efeziërs 6:10-12

Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner macht.

Hebreeën 2:14-15

Overmits dan de kinderen des vleses en bloeds deelachtig zijn, zo is Hij ook desgelijks derzelve deelachtig geworden, opdat Hij door den dood te niet doen zou dengene, die het geweld des doods had, dat is, den duivel;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd