Psalmen 18:20
De HEERE vergold mij naar mijn gerechtigheid, Hij gaf mij weder naar de reinigheid mijner handen.
Psalmen 24:4
Die rein van handen, en zuiver van hart is, die zijn ziel niet opheft tot ijdelheid, en die niet bedriegelijk zweert;
1 Samuël 24:11-13
Zie toch, mijn vader, ja, zie de slip uws mantels in mijn hand; want als ik de slip uws mantels afgesneden heb, zo heb ik u niet gedood; beken en zie, dat er in mijn hand geen kwaad, noch overtreding is, en ik tegen u niet gezondigd heb; nochtans jaagt gij mijn ziel, dat gij ze wegneemt.
1 Samuël 24:17
En hij zeide tot David: Gij zijt rechtvaardiger dan ik; want gij hebt mij goed vergolden, en ik heb u kwaad vergolden.
1 Samuël 24:19-20
Zo wanneer iemand zijn vijand gevonden heeft, zal hij hem op een goeden weg laten gaan? De HEERE nu vergelde u het goede, voor dezen dag, dien gij mij heden gemaakt hebt.
Job 22:30
Ja, Hij zal dien bevrijden, die niet onschuldig is, want hij wordt bevrijd door de zuiverheid uwer handen.
Psalmen 7:3
HEERE, mijn God, indien ik dat gedaan heb, indien er onrecht in mijn handen is;
Psalmen 7:8
De HEERE zal den volken recht doen; richt mij, HEERE, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, die bij mij is.
Psalmen 18:24
Zo gaf mij de HEERE weder naar mijn gerechtigheid, naar de reinigheid mijner handen, voor Zijn ogen.
Psalmen 26:6
Ik was mijn handen in onschuld, en ik ga rondom uw altaar, o HEERE!
Psalmen 58:11
[ (Psalms 58:12) En de mens zal zeggen: Immers is er vrucht voor den rechtvaardige; immers is er een God, Die op de aarde richt. ]
Spreuken 11:18
De goddeloze doet een vals werk; maar voor degene, die gerechtigheid zaait, is trouwe loon.
Jesaja 49:4
Doch Ik zeide: Ik heb te vergeefs gearbeid, Ik heb Mijn kracht onnuttelijk en ijdelijk toegebracht; gewisselijk, Mijn recht is bij den HEERE, en Mijn werkloon is bij Mijn God.
Jesaja 62:11
Ziet, de HEERE heeft doen horen, tot aan het einde der aarde: zegt de dochter van Sion: Zie, uw Heil komt; zie, Zijn loon is met Hem, en Zijn arbeidsloon is voor Zijn aangezicht.
Mattheüs 6:4
Opdat uw aalmoes in het verborgen zij; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, Die zal het u in het openbaar vergelden.
1 Corinthiërs 3:8
En die plant, en die nat maakt, zijn een; maar een iegelijk zal zijn loon ontvangen naar zijn arbeid.
Hebreeën 7:26
Want zodanig een Hogepriester betaamde ons, heilig, onnozel, onbesmet, afgescheiden van de zondaren, en hoger dan de hemelen geworden;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd