Psalmen 19:10
Zij zijn begeerlijker dan goud, ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honig en honigzeem.
Psalmen 119:72
De wet Uws monds is mij beter, dan duizenden van goud of zilver.
Psalmen 119:103
Hoe zoet zijn Uw redenen mijn gehemelte geweest, meer dan honig mijn mond!
Psalmen 119:127
Daarom heb ik Uw geboden lief, meer dan goud, ja, meer dan het fijnste goud.
Spreuken 8:19
Mijn vrucht is beter dan uitgegraven goud, en dan dicht goud; en Mijn inkomen dan uitgelezen zilver.
1 Samuël 14:26-29
Toen het volk in het woud kwam, ziet, zo was er een honigvloed; maar niemand raakte met zijn hand aan zijn mond, want het volk vreesde de bezwering.
Job 23:12
Het gebod Zijner lippen heb ik ook niet weggedaan; de redenen Zijns monds heb ik meer dan mijn bescheiden deel weggelegd.
Job 28:15-17
Het gesloten goud kan voor haar niet gegeven worden, en met zilver kan haar prijs niet worden opgewogen.
Psalmen 63:5
Mijn ziel zou als met smeer en vettigheid verzadigd worden, en mijn mond zou roemen met vrolijk zingende lippen.
Spreuken 3:13-15
Welgelukzalig is de mens, die wijsheid vindt, en de mens, die verstandigheid voortbrengt!
Spreuken 8:10-11
Neemt Mijn tucht aan, en niet zilver, en wetenschap, meer dan het uitgelezen uitgegraven goud.
Spreuken 16:16
Hoeveel beter is het wijsheid te bekomen, dan uitgegraven goud, en uitnemender, verstand te bekomen, dan zilver!
Spreuken 24:13
Eet honig, mijn zoon! want hij is goed, en honigzeem is zoet voor uw gehemelte.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd