Psalmen 19:2

De dag aan den dag stort overvloediglijk spraak uit, en de nacht aan den nacht toont wetenschap.

Psalmen 74:16

De dag is Uwe, ook is de nacht Uwe; Gij hebt het licht en de zon bereid.

Genesis 1:17-18

En God stelde ze in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de aarde.

Genesis 8:22

Voortaan al de dagen der aarde zullen zaaiing en oogst, en koude en hitte, en zomer en winter, en dag en nacht, niet ophouden.

Exodus 15:20-21

En Mirjam, de profetes, Aarons zuster, nam een trommel in haar hand; en al de vrouwen gingen uit, haar na, met trommelen en met reien.

Psalmen 24:7-10

Heft uw hoofden op, gij poorten, en verheft u, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga!

Psalmen 78:3-6

Die wij gehoord hebben en weten ze, en onze vaders ons verteld hebben.

Psalmen 134:1-3

Een lied Hammaaloth. Ziet, looft den HEERE, alle gij knechten des HEEREN! gij, die allen nacht in het huis des HEEREN staat.

Psalmen 136:8-9

De zon tot heerschappij op den dag; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

Psalmen 148:12

Jongelingen en ook maagden; gij ouden met de jongen!

Jesaja 38:19

De levende, de levende, die zal U loven, gelijk ik heden doe; de vader zal den kinderen Uw waarheid bekend maken.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain